top of page
De geschiedenis van Kwalaak & het ontstaan van de Bennewed

De oude kapel van Kwalaak

 

In Kwalaak staat een kapel. Die dateert van 1952. Maar ook daarvoor stond er in Kwalaak al een kapel, Veel inwoners van Kwalaak hebben die echter nooit gezien. Vandaar dit artikel.

 

Een afgelegen en vrij geïsoleerd gehucht als Kwalaak hoorde een kapel te hebben. De mensen waren diep gelovig en misschien zelfs een beetje bijgelovig. Om uitdrukking te kunnen geven aan hun religieuze gevoelens werd een kapel gebouwd. Daar konden ze troost vinden in tijden van tegenslagen en feesten als er iets te vieren viel.

 

Als Kwalaak in die tijd al enige bekendheid had verworven , dan was het juist door zijn kapel, die zeer veel bezocht werd door bedevaarders uit de verre omstreken. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De oude Sint-Leonarduskapel . Links de Kwalaakstraat en rechts de veldweg . De boerderij is die van Koob Bijnens.             

 

Ligging

 

De kapel was gelegen in de bocht halverwege de enige straat, de Kwalaakstraat (nu Sint- Leonardusstraat), en meer precies in de punt die gevormd werd door de splitsing van die straat en een veldweg, die toen Weg langs Bijloos heette en die later de Steenhovenstraat zou worden. Bij de verbreding en verharding van de Kwalaakstraat en de aanleg van de verbinding met de latere Weg naar Zwartberg moest de kapel afgebroken worden. Dat was in 1952. Een groot verlies voor Kwalaak. De mensen waren zeer gehecht aan hun kapel en daarom werd beslist om meteen een nieuwe te bouwen. Die kwam er al in 1952. Daarover meer in een volgende bijdrage.

 

Bouwtijd

 

Wanneer de kapel gebouwd werd en hoe is niet precies geweten. We kunnen ons wel baseren op enkele bronnen. Zo blijkt uit de rekeningen van de kerkfabriek van de parochie van Houthalen-centrum, waarvan de kapel afhing, dat in 1757 het dak van de kapel hersteld werd met nieuwe schaliën. Ook werden er herstellingen uitgevoerd aan de glasramen. En in 1779 werd in Laak aan de toren van de kerk gewerkt, er kwam o.a. een nieuwe spits. Bij die gelegenheid werden 700 schaliën aan de kapel van Quaelaeck geleverd. De kapel moet er dus toen al een tijd gestaan hebben, misschien al in de 17e eeuw.

 

Beschrijving van de kapel

 

De kapel had de vorm van een zeshoek en was opgetrokken in veldovenbaksteen. De buitenkant was gecementeerd in blokvormen. Op het dak lagen leien. De kapel had twee kleine vensters en naast de deur was een vrij grote opening met twee tralies ervoor. Die deed dienst als offerblok voor de bedevaarders. In de zuidergevel was de brievenbus van Kwalaak bevestigd. Het pleintje voor de kapel deed dienst als ontmoetingsplaats en als speelveldje voor de jeugd.

 

Binnen zag de kapel er nogal donker uit en het was er vochtig. Van het interieur zijn geen foto’s te vinden, zodat de beschrijving berust op de herinneringen van oudere Kwalakenaars. Vooraan stond het altaar, met enkele kandelaars en vaasjes. Erachter bevond zich een houten retabel met twee spreuken: ’En ’t hart benard door wee vindt vree’ en ‘Hier redt gebed een goed gemoed’. Het beeld van de heilige Leonardus stond links vooraan op een tafeltje. Er was ook een beeld van ‘O.L.Vrouw van altijddurende bijstand‘ met een gouden kruisje op de borst. Het beeld was een geschenk van de moeder van de toenmalige kapelaan Lensen (1865 – 1937) van Houthalen–centrum, een Nederlander uit Beek, die later pastoor werd van Linde Peer. Het gouden kruisje was aan de kapel geschonken door Stieneke Frederix, die jaren meid was geweest bij de pastoor. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 24 april 1938 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk van Houthalen- centrum. De schilderijtjes van de kruisweg zijn toen door pastoor Nulens geschonken aan de kapel van Kwalaak. Ze werden opnieuw ingelijst door Teng Kelchtermans, Pol Lijnen en René Gerits.

 

De gelovigen konden plaatsnemen op een achttal houten banken. Naast de deur hing een groot wijwatervat en op de vloer lagen rode tegels van gebakken klei.Het onderhoud van de kapel en de herstellingen werden betaald met de offergelden , de aalmoezen van bedevaarders en de giften van milde schenkers. Bij de sloop is alles opgeruimd. Slechts enkele zaken zoals de beelden , kandelaars , de relikwie , het wijwatervat en het klokje zijn naar de nieuwe kapel verhuisd.

 

De patroonheilige

 

De kapel was toegewijd aan de heilige Leonardus, die mag beschouwd worden als de patroonheiige van de boeren en ook als schutspatroon tegen veeziekten. Daardoor werd de kapel een bekend bedevaartsoord. Mensen uit de omstreken kwamen er de heilige ook aanroepen bij allerlei vormen van jicht , vooral op 6 november, de feestdag van de heilige. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een van de mooiste leonarduskerken staat in Zoutleeuw.            

 

 

In 1878 schonk de Luikse bisschop Mgr. Doutreloux aan de kapel een reliek van de heilige Leonardus. Het kostbare zilveren reliekschrijn werd het jaar erop uit de kerk ontvreemd maar een tijdje nadien ongeopend teruggevonden. Het kistje met het kostbare schrijn is dan op de zolder van een boerderij in de vergetelheid geraakt. Na 91 jaar , in 1970 dus, is het daar teruggevonden (een vreemd verhaal waarover later meer). De kapel had ondertussen via de abdij van Achel een nieuwe relikwie gekregen. Die bevindt zich nu in een koperen schrijn in de nieuwe kapel, samen met het beeld van de heilige.

 

Gebruik van de kapel.

 

Voor alle mogelijke kerkelijke erediensten (mis op zon-en feestdagen, doopsel, communies, vormsel en overlijdens) was Kwalaak aangewezen op de parochie van het centrum. Maar tweemaal per jaar werd er in de kapel een mis opgedragen, nl. op tweede pinksterdag (Kwalaak kermis) en op 6 november, de feestdag van de heilige Leonardus. 

 

De mis werd opgedragen door de pastoor van het dorp (centrum van Houthalen). Hij en zijn gevolg kwamen dan met een mand tussen hen in met de misgewaden en andere benodigdheden te voet naar het gehucht afgezakt. Onze zegslieden herinnerden zich de namen van pastoor Nulens en Segers. Ook de koster J.Vaes was er altijd bij, samen met koorleider en organist L.Moors en twee misdienaars. Heel Kwalaak was dan te been. Van ver in de omtrek kwamen dan ook bedevaarders naar de kapel ‘ op begankenis’. Omdat er op de houten banken natuurlijk niet genoeg zitplaatsen waren, volgden heel veel gelovigen (vooral de jonge Kwalakenaars) de dienst van op straat. Na de mis was de pastoor en zijn gevolg te gast bij Thieu Frederix en zijn vrouw Florentina Diliën. Ze kwamen er niet om van honger en dorst !

 

De kapel werd ook gebruikt voor gebedswaken. Zodra iemand bediend was, werd er drie dagen de rozenkrans en de litanie gebeden voor een goede afloop.

Een ander gebruik was het bidden van de rozenkrans op zondagnamiddag. Stieneke Frederix, zeg maar de kosteres, luidde dan het klokje om de mensen naar de kapel te roepen.

 

In mei werd de kapel getooid met twee meibomen aan weerszijde van de toegangsdeur. Ze werden versierd met slingers en rozen, die door de vrouwen gemaakt waren.

 

Vic Lijnen © 

bottom of page